Op 2 september 2024 vond een colloquium plaats ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de Geschillenkamer van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA). Het evenement, dat plaatsvond in de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers, bracht gerenommeerde sprekers samen om de voortgang en toekomst van de Geschillenkamer te evalueren.
Reflectie op vijf jaar Geschillenkamer
De Geschillenkamer heeft sinds de benoeming van voorzitter Hielke Hijmans ongeveer 800 beslissingen genomen (we hopen dat onze telling klopt, maar het zijn er hoe dan ook veel).
Als belangrijk orgaan binnen de GBA speelt de Geschillenkamer een cruciale rol in het toezicht op de naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In zijn inleiding benadrukte Hielke Hijmans de ambitie van de Geschillenkamer om impactvolle beslissingen te nemen, terwijl ze tegelijkertijd bescheiden moet omgaan met beperkte middelen. Volgens Hijmans heeft de Geschillenkamer zich ontwikkeld tot een model dat zowel ambitieus als praktisch is, met een focus op een gedifferentieerde aanpak en toegankelijkheid via de publicatie van alle beslissingen.
Rol van het Marktenhof
Een van de meest opmerkelijke sprekers op deze bijeenkomst was zonder twijfel Anne-Marie Witters, de huidige voorzitter van het Marktenhof, een onderdeel van het Hof van Beroep te Brussel. Zij verduidelijkte de rol van het Marktenhof als beroepsinstantie voor beslissingen van de Geschillenkamer (naast deze van andere autoriteiten zoals BMA, FSMA en BIPT) volgens de bepalingen van onder meer het EVRM en het Handvest van de grondrechten van de EU. Haar controlefunctie omvat zowel procedurele als inhoudelijke aspecten, waaronder de legaliteit van beslissingen en de proportionaliteit van opgelegde sancties. Tijdens haar presentatie ging Anne-Marie Witters dieper in op de functie van de
Geschillenkamer als administratief geschillenorgaan tegenover een rechterlijke instantie. Ze belichtte uitvoerig de bevoegdheid van het Marktenhof over beslissingen van de Geschillenkamer, zoals vastgelegd in artikel 108 van de GBA-wet.
België heeft een opvallend hoog slagingspercentage bij beroepen voor het Marktenhof: momenteel is 39% van de beroepen succesvol, het hoogste percentage in vergelijking met andere landen. Deze trend was al wel langer voelbaar. Tijdens de Stay Tuned sessies van DPI hoorden we wel vaker dat organisaties met succes een beroep indienen bij het Marktenhof.
Volgens het Marktenhof zijn de sterke punten van de Geschillenkamer onder meer de laagdrempeligheid van klachten, snelle procedures, een krachtdadig beleid en een goede, voortdurende interactie. Deze aspecten hebben bijgedragen aan de evolutie van het gegevensbeschermingsrecht in België. De website van de GBA en de beschikbare tools worden eveneens geprezen, en deze tools blijken ook nuttig voor het Marktenhof zelf.
Aan de andere kant besprak mevrouw Witters ook verbeterpunten, vooral gericht aan de wetgever. Artikel 108 van de GBA-wet is zeer beknopt, en er is sprake van een vermenging van vervolgende en rechtsprekende instanties binnen de GBA. Het toezicht in België is versnipperd, wat als een gemis wordt ervaren, vooral in vergelijking met andere autoriteiten zoals het BIPT. Ook de interactie met andere grondrechten en instrumenten zoals de DMA, DSA en AI vraagt om zorgvuldige afweging.
De interactie tussen de heer Hijmans en mevrouw Witters verliep vriendelijk en constructief, wat zeer werd gewaardeerd.
Balans tussen vrijheid van meningsuiting en gegevensbescherming: Inzichten van Yves Poullet
Tijdens het colloquium leverde Yves Poullet, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Namen en extern lid van de Geschillenkamer, een waardevolle bijdrage met de titel: “L’apport de la Chambre Contentieuse sur l’équilibre: liberté d’expression versus vie privée”.
Hierin benadrukte hij de fundamentele gelijkwaardigheid van vrijheid van meningsuiting en privacy, waarbij geen van beide rechten automatisch voorrang heeft. Elke situatie vereist een zorgvuldige afweging om de juiste balans te vinden, een principe dat centraal staat in de beslissingen van de Geschillenkamer.
Poullet ging in op de verschillende actoren die betrokken zijn bij deze balans, met nadruk op de brede interpretatie van journalistieke activiteiten onder de AVG en het onderscheid tussen zoekmachines en persuitgevers. Hij legde uit dat het recht op vergetelheid en het recht op dereferencing twee verschillende, maar complementaire rechten zijn, waarbij zoekmachines en persuitgevers ieder hun eigen verantwoordelijkheden hebben.
Daarnaast besprak Poullet de dubbele verantwoordelijkheid van persuitgevers om zowel het publiek te informeren als archieven te bewaren. Hij benadrukte dat beperkingen op de toegankelijkheid van informatie alleen door zeer dwingende redenen kunnen worden gerechtvaardigd. Ook behandelde hij de variabele benadering van de balans tussen vrijheid van meningsuiting en privacy, afhankelijk van de context, met specifieke aandacht voor de verplichtingen van zoekmachines.
Poullet uitte zijn bezorgdheid over de afnemende rol van externe leden zoals hijzelf in de Geschillenkamer, een verandering die volgens hem de objectiviteit van toekomstige beslissingen zou kunnen beïnvloeden. Hij sloot af door te benadrukken dat de jurisprudentie van de APD doorgaans in lijn is met Europese normen, maar soms innovatief en controversieel is, met een voortdurende noodzaak voor zorgvuldige afwegingen tussen privacy en vrijheid van meningsuiting.
Brendan Van Alsenoy: Europese samenwerking en geschillenbeslechting
Brendan Van Alsenoy, afdelingshoofd “Policy and Consultation” bij de European Data Protection Supervisor (EDPS), richtte zich op de rol van Europese samenwerking bij grensoverschrijdende gegevensbeschermingskwesties. Hij benadrukte de noodzaak van verbeterde procedurele wetgeving om klachten met een grensoverschrijdend karakter effectief te kunnen behandelen. Van Alsenoy stelde voor dat een uniforme aanpak voor alle klachten nuttiger zou zijn, aangezien het grensoverschrijdende karakter niet altijd meteen duidelijk is.
Daarnaast besprak hij de belangrijke rol van het één-loketmechanisme, zoals ingevoerd door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Dit mechanisme stelt nationale toezichthouders in staat om gezamenlijk op te treden bij grensoverschrijdende gevallen, waarbij één leidende autoriteit verantwoordelijk is voor de coördinatie. Deze aanpak heeft bewezen effectief te zijn in zaken zoals die tegen IAB Europe en Facebook, waar de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit een centrale rol vervulde. De samenwerking tussen de verschillende toezichthouders bleek essentieel om tot een consistent en bindend besluit te komen.
Van Alsenoy wees ook op het belang van geschillenbeslechting op Europees niveau. Wanneer nationale toezichthouders geen consensus bereiken, kunnen bindende besluiten genomen worden om geschillen te beslechten, wat bijdraagt aan een uniforme handhaving van de gegevensbeschermingsregels in de hele EU.
Verder benadrukte hij dat de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van gegevensbescherming steeds meer zullen focussen op het versterken van deze Europese samenwerking. Dit vereist nieuwe regels en een nauwere samenwerking met andere toezichthouders, vooral in de context van de groeiende digitale diensten en markten. Zo kan de privacy van burgers in de EU beter worden gewaarborgd, ongeacht waar hun gegevens zich bevinden.
Advocaten aan het woord over de Geschillenkamer
Hoewel de Geschillenkamer zich specifiek richt op gegevensbescherming en privacykwesties en geen volledige rechtsmacht heeft zoals een rechtbank, vertoont ze veel van de formele en juridische kenmerken die ook kenmerkend zijn voor gerechtelijke instanties. Niet in het minst hebben we het dan over de motiveringsplicht als belangrijk voorbeeld van gelijkenis.
Tijdens dit jubileum mocht de stem van de advocaat dan ook niet ontbreken. Peter Craddock, partner bij Keller & Heckman, en Elke Cloots, partner bij Demos Public Law (en advocate van de GBA), droegen beide waardevolle inzichten bij aan het evenement.
Peter Craddock belichtte de evolutie in zowel de vorm als de inhoud van de beslissingen van de Geschillenkamer. Hij merkte op dat er een aanzienlijke verbetering is in de detaillering en helderheid van de uitspraken. Craddock waarschuwde er echter voor dat sommige beslissingen van de Geschillenkamer niet worden aangevochten, wat leidt tot een voortbouw op eerdere uitspraken, waarmee hij als advocaat niet altijd akkoord is. Dit fenomeen benadrukt het belang van beroep, aangezien niet-aangevochten beslissingen een precedent scheppen voor toekomstige zaken.
Daarnaast behandelde Craddock specifieke thema’s zoals de omgang met e-mailadressen en cookies. Hij onderstreepte het belang van duidelijke interne beleidslijnen voor het gebruik van e-mails en IT, waarbij hij opmerkte dat beslissingen over het behouden van e-mailadressen van ex-werknemers en het verzoek om toegang tot deze e-mails vaak onderwerp van discussie zijn. Craddock verwees naar recente zaken, zoals 64/2020 en 71/2024, die de noodzaak van expliciete richtlijnen op dit gebied onderstrepen. Ook benadrukte hij de complexiteit rondom cookies, waarbij de Geschillenkamer vaak te maken heeft met vraagstukken over de wettelijke basis en de noodzakelijkheid van gegevensverwerking.
Elke Cloots concentreerde zich op de grondwettelijke aspecten die van invloed zijn op de Geschillenkamer. Ze analyseerde de complexe relatie tussen de GBA en de deelstaten, en benadrukte recente arresten van het Grondwettelijk Hof, zoals nr. 26/2023 en nr. 92/2023, die de bevoegdheden van de Vlaamse Toezichtcommissie (VTC) en de GBA beïnvloeden. Cloots stelde dat de grondwettelijke context cruciaal is voor de werking van de Geschillenkamer en dat duidelijke richtlijnen noodzakelijk zijn om de rechtspositie van de betrokken partijen te waarborgen.
Cloots ging verder in op de bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de deelstaten, waarbij ze het spanningsveld besprak tussen federale en deelstatelijke regelgeving op het gebied van gegevensbescherming. Ze verwees naar het klassieke model waarbij de federale overheid verantwoordelijk is voor algemene minimumregels en de deelstaten voor specifieke regels binnen hun beleidsdomeinen. De recente uitspraken van het Grondwettelijk Hof hebben dit model verder verfijnd, met belangrijke implicaties voor de bevoegdheden van de GBA en de VTC.
Daarnaast behandelde Cloots ook andere grondwettelijke kwesties zoals het taalgebruik binnen de Geschillenkamer, de beroepsmogelijkheden voor derde-belanghebbenden, en de vrijstelling van administratieve geldboeten voor overheden. Deze kwesties hebben direct invloed op de rechtspraktijk binnen de Geschillenkamer en vereisen volgens haar een voortdurende juridische evaluatie en aanpassing.
Samen gaven Craddock en Cloots een uitgebreid overzicht van de vooruitgang en de uitdagingen waarmee de Geschillenkamer wordt geconfronteerd, en benadrukten ze de noodzaak van verdere juridische en procedurele verduidelijking in een steeds veranderende regelgeving.
De slok op de borrel
Een jubileum moet gevierd worden. Met enige hilariteit en verwijzend naar zijn Nederlandse roots, nodigde Hielke iedereen uit om te klinken op 5 jaar Geschillenkamer.
Vanuit DPI klinken we mee en zijn we heel dankbaar voor de bijdrage die de Geschillenkamer levert aan het verwerven van inzichten in hoe wij (DPO’s en privacy professionals) de regels van de AVG in praktijk moeten interpreteren.
De publicatie van de vele beslissingen is van onschatbare waarde.
Ieder kwartaal duiken we in de nieuwe beslissingen en maken we een diepgaande analyse voor DPO’s.
Wil je eens proeven van zo’n sessie? Schrijf je in en kom langs op een Stay Tuned sessie.
De locaties zijn Elewijt (19 september), Oostkamp (24 september) of Berchem (3 oktober) .